‘Ik vertrut in Frankrijk wel een beetje’, zegt Margriet als we op een overvol Nederlands terras zitten te wachten op onze lunch (broodjes) terwijl het bijenpoep regent. Een overspannen serveerster vertelt ons bij het opnemen van de bestellingen dat dat dus de ‘kurkuma’ is die uit de lucht komt vallen.
Margriet is jaren geleden definitief naar Frankrijk vertrokken om een B&B te beginnen in de buurt van Clermont-Ferrand. We waren collega’s bij onze eerste serieuze werkgever en nu – dertig jaar later – spreken we af en toe af. Zij om herinneringen op te halen en ik om vakkennis voor de B&B in spé te absorberen. En natuurlijk ook om herinneringen op te halen!
Nu ik een paar weken alleen in Frankrijk ben snap ik wat ze bedoelt.
Buiten wappert de was aan de lijn. Ik bak een taart, verpot wat bloemen, voer wortels aan het buurpaard en maak bedden op voor vrienden die straks komen helpen. Het Franse plattelandsleven. En dat alles op mijn eigen tempo en vanuit mijn eigen bubbel. Vertrutten, mán wat is dat heerlijk!
Onze school staat aan de rand van het gehucht en ’s avonds is het is hier aardedonker en doodstil. De laatste lantaarnpaal staat gelukkig pal voor ons huis. Dus als het écht goed donker is, gaat die uit. Ja uit! Alsof er van hogerhand bepaald is dat je stipt om 22.00 uur de weg naar je bestemming (je bed) wel gevonden moet hebben. Dan is het zo donker dat als je nog even een vuilniszak buiten wilt zetten je een zaklantaarn moet meenemen om naar de wegberm te lopen. Zo niet, dan dump je de zakken misschien per ongeluk op de weg en worden ze wellicht per ongeluk wél gezien en meegenomen door de vuilnisdienst (zie blog ‘Naar de burgemeester’).
Naast donker is het hier doodstil. Zowel dag als nacht. Als je in je bed ligt valt dat extra op. Stilte is aan de ene kant fijn, want je kan dan tenminste ieder geluid horen. Maar áls je dan een geluid hoort zit je ook gelijk tegen het plafond. Een uitzettende cv-buis kan genoeg zijn om een nacht zwetend aan de plafonnière te hangen. Inmiddels heb ik mezelf goed gewapend tegen mogelijke onverlaten. Hoe dat zeg ik niet. Maar ben je echt nieuwsgierig kom dan een keer middernacht langs.
Contact met de Franse buren komt voorzichtig op gang. Inmiddels spreek ik ‘SRV-wagen Frans’. Dat wil zeggen dat als de verkoopwagen van de kruidenier in het centrum van het dorp staat – zodat alle 20 inwoners hun boodschappen kunnen doen – ik er in slaag te praten over koekjes en kaasjes. En precies waar mijn Frans ophoudt begint het afrekenen, zodat ik netjes met de beleefdheidsfrasen ‘au revoir, a bientôt‘ etc. kan afsluiten.
Dat ‘SRV Frans’ iets heel anders is dan echt Frans merkte ik vanmiddag. Toen gooide ik bijna de eer van mijn buurvrouw te grabbel, door en plein public op te merken: ‘Ahá! Tu aimes le jardinier’. Ik had natuurlijk moeten zeggen: ‘Tu aimes le jardinage’!*
Al met al val ik mezelf best mee. Ik had verwacht dat ik deze weken best eenzaam zou vinden. En ik had vooral gedacht dat ik de hele dag in mij pyjama zou lopen, mijn bed niet zou opmaken, van hetzelfde bord zou eten en mijn tanden niet zou poetsen. Maar ik gedraag me eigenlijk best netjes en ik wil graag geloven dat dit mijn ware aard is.
Nou is het ook niet zo dat ik hier super actief ben. In de vier weken dat ik hier nu ben heb ik me maar op een paar substantiële verbeteringen gestort: ik heb de trap geschrobd en in de olie gezet, ik heb een schuurdeurtje geverfd en wat ramen afgelakt. De rest van de dagen probeer ik het boompje op het plein groot te kijken. En dat lukt!
Internet kan ik maar moeilijk loslaten. Zolang er nog bundel is, is er nog bestaan. Zo’n lijntje naar de buitenwereld is fijn om te checken of de wereld nog gewoon doordraait. Maar het is ook mijn werklijntje en mijn acquisitielijntje naar potentiële opdrachtgevers, want het is helaas nog niet zo mooi dat ik hier al kan rentenieren.
Nu we toch in de toekomst kijken. Over een paar dagen komt Rob deze kant op en vieren we samen mijn 50e verjaardag. Daarna ga ik weer terug naar de bruisende Randstad. Kijken of ik het nog aankan. Met mijn ouwe lijf.
* Betekent: Aha! U houdt van de tuinman, i.p.v. Aha, u houdt van tuinieren.