Blog 16: Komt er een flatgebouw in Le Puits?

Voer voor een blog!

De foto hierboven is niet in scene gezet. Ik maakte mijn zoveelste Delftse ommetje en kreeg ineens een teken dat er een nieuw blogje moest komen. Maar sinds de pandemie lijkt het alsof de tijd stilstaat. Er gebeurt niets.

Onlangs hebben de meesten van ons zelfs een kwartier lang moeten bewijzen niet dood te zijn. In de verkoeverkamer van de vaccinatiestraat – veelal een sporthal met stoeltjes in een ruime examenopstelling – moeten we onze stinkende best doen de aangegeven tijd zelfstandig rechtop te blijven zitten. Daarna krijgen we ons prikdiploma. Ik vond het onwennig met zóveel mensen opeengepakt te zitten (na quarantaine is je perspectief wat verwrongen). ‘Maar prikken was een uitje, je pakte dat mee’, zal je later stoer vertellen over de barre jaren ‘20 en ‘21.

‘Stond de tijd overal stil?’, zullen ze dan aan je vragen. ‘Nee lieve kinderklonen’, zul je via je 5G doorstralen of in een van hun drie oren fluisteren: ‘In de Morvan was er reuring alom. De straten kregen namen en de huizen kregen nummers!’

Hiermee verraad ik natuurlijk wel dat zojuist weer in Le Puits zijn geweest. Ik zal meteen ook maar opbiechten dat dat de eerste keer was dat ik aardappels en pindakaas op reis meevoerde. Uit veiligheidsoverweging, want we wilden niets of niemand meer aanraken nadat we onze pcr-test hadden ondergaan.

Pfff al die drukte

Overdreven voorzichtig natuurlijk, want in de Morvan zie je geen kip. Laat staan een kip met corona. Terwijl in Delft de studenten achteloos hun virusbolletjes heen en weer pingpongen. Oké we hebben de brievenbus aangeraakt. Daarin lag een natte brief van het gemeentehuis. We hadden een huisnummer toegewezen gekregen en als we aanwezig waren geweest had dat nu in onze brievenbus gelegen (?).

Nieuwsgierig keken wij naar de adressering op de brief. Gewoon Rob’s voor- en achternaam met daaronder Le Puits. Logisch want hé zonder bordje nog geen adresrechten. Maar we zouden het weldra weten, want de plaquette was nog tot februari beschikbaar bij ene Juliano in het aangrenzende dorp.

Februari was al weer vier maanden geleden, dus op naar de Mairie (het gemeentehuis) 7 kilometer verderop. Het is een rare gewaarwording om dan ook maar gelijk je eigen straat af te speuren naar een straatnaambord, om te zien waar je woont. Rappapa rappapa, het is: Route du Puits!

Bij de Mairie staat de deur al open en al kletsend stappen wij pontificaal de huiskamer binnen van een aldaar wonende Marie. Niet zijnde de burgemeester maar een dame op leeftijd. Zo leren we dat er twee voordeuren zijn en dat de juiste dicht is als dé Maire een weekje aan het hooien is. Beduusd weer in de buitenlucht gidst een bouwvakker die in dit gat gesprongen is toch weer richting Juliano. We verstaan zijn uitleg zowaar (maken we vorderingen?) en begrijpen dat Juliano een soort hulpsheriff is. We vinden Juliano en hij blijkt een toegankelijke servicegerichte fransoos die ons de volgende morgen het huisnummer langs wil brengen.

Waar woont Juliano?

Omdat we nooit meer iets meemaken houdt het ons volledig in de greep. Wat zal het worden? Het dorp eindigt na ons huis en wij zijn het enige pand in de hele straat, tenzij je het hoekhuis in ‘het centrum’ meerekent. De opties zijn dus beperkt. We zetten ons geld op nummer 1 of 3 en indien het even wordt op nummer 2 of 4. Maar logica woont niet in Frankrijk, dus krijgen we … nummer 12! Dat kan natuurlijk maar twee dingen betekenen. Ze hebben ons een bordje gegeven dat nog over was (had je maar eerder moeten komen), óf het is de eerste aanwijzing dat we een flatgebouw op de aanpalende weide kunnen verwachten!

Het enige huis in de straat, dus nummer 12

Dit is natuurlijk de slechtste cliffhanger ooit, dus ik schrijf nog even verder. We gingen niet tweedehuiswaarts voor het adres. We gingen om ons ervan te vergewissen dat er niet meer loos was dan een ingestort muurtje. Gelukkig is er inderdaad geen serieuze malheur. Zelfs de bijen hebben zich niet opnieuw genesteld (adres kwijt?).

Gras art

Wat doe je dan zo’n week? Je scheert wat patronen in het gras. Als je Rob heet. Of je krijgt een roze bouwhelm op, als je Heleen heet en jarig bent. Die 52 slaat overigens nergens op. Ik werd gewoon 50. Iedereen weet onderhand toch dat coronaverjaardagen niet gelden voor de telling.

Zo’n jubileumjaar vraag natuurlijk wel om de beste taartjes. Een mooi excuus voor een tochtje over mooie groene weggetjes om een paar ‘religieuses’ te bemachtigen. Dat is een fantastisch gebakbouwsel (oeps, te laat voor een foto) dat het midden houdt tussen een moorkop en een tompoes.

Ik herhaal, dit is niét de religieuse!

De (moor)kop is er weer af, het seizoen is wat ons betreft weer geopend. Week 30 t/m 34 gaan we weer. Heb je nog geen vakantieplannen en wel zin in ‘de luxe van eenvoud’? Stuur gerust een mail. Dan verraden wij ons adres…  

Wil je een mailtje als ik een nieuw blog heb geplaatst? Meld je dan hier aan voor jouw portie vers stokbrood in je mailbox (maximaal 10 x per jaar).

14 thoughts on “Blog 16: Komt er een flatgebouw in Le Puits?

  1. Op een zondag morgen 5.00 uur even een stukje lezen van Heleen. Ben gelijk goed wakker. Huisnummers, gebak, Corona, grasmaaien, plaatjes voor de toekomst, geïllustreerd met een paar leuke foto’s. Je moet even met haar op weggaan, gewoon doen, dan wordt het genieten van het plaatje wat je voor ogen krijgt. Genieten van de woord keuze en interpretatie van zaken.
    Goeie morgen Heleen

  2. Wat leuk om te lezen! Wij krijgen binnenkort ook een nummer. Wij zijn het eerste óf het laatste huis in het gehuchtje van 9 woningen. Ik ben benieuwd of het 1, 9 of een metrisch nummer wordt. Wat een spanning… 😄

  3. Wij kregen ook een straatnaam en een nummer……980 !
    Het heeft even geduurd voordat we eruit waren: de nummering is het aantal meters vanaf het begin van de straat/weg: even en oneven aan weerszijden van de weg.
    Overburen 721, naaste buren 1160.
    Vreemde manier van doen maar een zekere logica zit er toch wel in 🙂

    1. Ha Betty, dat is wel heel out-of-the-box :-)! Maar het zou kunnen dat we daarom nummer 12 hebben. Na 12 meter ben je het dorp uit…

      1. Er zij twee manieren om te nummeren:
        – La numérotation CONTINUE attribue des numéros dans l’ordre de la succession des bâtiments (pairs à droite et impairs à gauche). Elle est plus adaptée aux centres urbains.
        – La numérotation MÉTRIQUE, fondée sur la mesure depuis le début de la voie est privilégiée en zone d’habitation peu dense. Elle permet d’intercaler de nouveaux numéros sans changer la numérotation existante ni créer de numéros bis ou ter. Ce typede numérotation intéresse les services de secours et fournisseurs de réseaux car elle renseigne sur la longueur de la voie.

        1. Interessant Roel! Het lijkt dan op de tweede optie. Wel interessant is dus dat het tellen van de meters vanuit de ene kant gaat (12 meter, dus nr 12) vanaf de dorpsgrens. En het even/oneven verhaal (links of rechts) wordt dan blijkbaar vanuit de ‘dorpskern’ gerekend. Ik geloof dat ik maar weer eens door moet met mijn leven :-).

  4. Wij hebben twee jaar geleden ook huisnrs gekregen, we zitten wel in een Lôtissement. Dat geeft vaak problemen maar gelukkig was de oude adressering erg duidelijk: ……”plage”, dat kan niet missen.
    Dus geven we voor de zekerheid vaak een dubbel adres op. De postpakketten komen in ieder geval aan🤗

  5. Mooi verhaal !
    Ik woonde hier net en toen lag er een brief in de bus dat mijn huis ook een nummer ging krijgen. Mijn huis ligt tegen een Lotissement aan, ik heb een buurman en die heeft nummer 6. Alleen liep de nummering van het Lotissement van 1 t/m 5 aan de ene kant van de straat en dan weer terug aan de andere kant met nummers 6 t/m 10. Ik kreeg dus nummer 11…
    Hoe vaak er al leveranciers zijn geweest die vertwijfeld bij nummer 10 stonden en mij belden dat ze het niet konden vinden ? Ik zeg nu maar dat mijn buurman nummer 6 heeft dan vinden ze het wel…

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.