De tip die we van de burgemeester hebben gekregen, zetten we gelijk om in daden: we gaan een authentiek Villapourçons geitenkaasje kopen bij het slagerijtje in zijn dorp. Na een kort wandelingetje (= is een rondje om de kerk) stappen we het geroemde winkeltje binnen. Als Rob de klemmende glazen deur extra goed wil dichttrekken glipt de burgemeester binnen en piept voor. Brutaal denk ik, maar aan de andere kant, het is onder werktijd en misschien is het een drukke dag.
Wij bestuderen intussen het assortiment en de decoratieve elementen, zoals de kerstversiering op de toonbank. Dat kan eigenlijk ook best in maart. Als de burgemeester aan de beurt is wijst hij met een grootst gebaar naar ons en vertelt hij glunderend aan de eigenaresse en aan de vertrekkende klant voor hem: ‘deze mensen hebben de oude school in Le Puits gekocht, ze komen uit Nederland!’. We krijgen een hand, dezelfde waarmee zojuist nog vier karbonades zijn gepakt. Voor het gemak stellen we ons voor als Robèrt en Hélène. Ze laat weten dat ze Robèrt een heel Franse naam vindt, maar dat Hélène haar niet zo bekend voor komt. Had ik het toch gewoon op Heleen kunnen houden. Zelf heet ze Lydia en dat vind ik dan weer niet zo Frans, maar daar ga ik onze nieuwe vriendschap niet voor op het spel zetten.
Lydia is buitengewoon aimabel en als de burgemeester vertrokken is vraagt ze ons mee te lopen naar achter om haar man te ontmoeten. Arnaud is al net zo hartelijk en toont ons trots zijn aandeel in de zaak, de verkoopwagen. Met deze wagen rijdt hij twee keer per week voor ons huis langs en als we wat nodig hebben kunnen we dat ook bij hem bestellen. Ik zie in de ogen van mijn kaasverslaafde Rob dat ook hij deze dealer ogenblikkelijk in de armen sluit.
Ook Arnaud vertelt dat er een bakker langsrijdt, en wacht hij zal gelijk even bellen. Aardje naar zijn burgervaartje. Weer vertellen we dat dat niet nodig is. Geen brood nodig en zéker niet broodnodig. Maar hij belt toch. Als we onze auto ophalen die nog voor de Mairie staat komt de ambtenaar blij op ons af gerend: ze heeft geregeld dat de bakker meteen rond 12 uur even langsrijdt. Dubbele bevestiging van levering van brood, dubbele ontkenning van behoefte aan brood.
Murw bedanken we haar beleefd en verruilen ons plan om naar Autun te rijden nu toch maar voor een ritje naar huis. Om het broodwagentje niet te missen plukken we onkruid uit het asfalt van het schoolplein. Om 13 uur hebben we een schoon plein, maar geen brood, flüte, baguette of croissant. De eerste miscommunicatie. Er zullen er vast nog veel volgen…